Hoewel economische en politieke kwesties in het afgelopen kwartaal de boventoon voerden, blijven centrale banken medebepalend voor het sentiment op de financiële markten. De centrale banken in de Verenigde Staten en Europa voeren nog steeds een stimulerend beleid.
Federal Reserve bouwt voorzichtig af
Het stimulerende beleid van de Amerikaanse centrale bank (Fed) werd ingezet na de kredietcrisis om de Amerikaanse economie te ondersteunen. Dit heeft zijn vruchten zeker afgeworpen in de afgelopen jaren. Maar de Fed kan niet eeuwig blijven doorgaan met het stimuleren van de Amerikaanse economie.
Maandelijks worden er miljarden dollars in de Amerikaanse economie gepompt. Omdat een dergelijke situatie op lange termijn niet houdbaar is, verhoogde de Fed de rente eind 2015 voor het eerst in 9 jaar. Daarmee gaf de Fed het startsein voor het afbouwen van het monetaire beleid.
De belangrijkste reden om het beleid om juist nu af te bouwen zijn sterke economische groeicijfers, afnemende werkloosheid en vooral toenemende inflatie. De belangrijkste taak van de Fed is op dit moment het beheersen van inflatie. Stabiele prijzen zijn belangrijk om de economie gezond te houden.
De Fed heeft laten weten nog 2 renteverhogingen door te voeren dit jaar, mits de omstandigheden dat toelaten. Hiermee worden beleggers voorbereid op wat komen gaat. Op deze manier probeert de Fed schokreacties op de beurzen te voorkomen. Gezien de kalme reacties van beleggers lijkt de boodschap van de Fed zijn werk te doen.
ECB blijft voorlopig stimuleren
De Europese Centrale Bank (ECB) voert nog altijd een zeer ruim monetair beleid. Rentes worden historisch laag gehouden en maandelijks koop de ECB ruim 60 miljard euro aan obligaties op. Maar net zoals in de Verenigde Staten kan het stimulerende beleid niet eeuwig doorgaan.
Tijdens de laatste officiële vergadering in maart gaf Mario Draghi voor het eerst een signaal af dat op een mogelijke afbouw van het stimulerende beleid kan wijzen. De economische groeiverwachting in de Eurozone werd naar boven bijgesteld naar 1,8 procent in 2017 en 1,7 procent in 2018. Draghi sprak van een stevig en breed gedragen economisch herstel.
Daarnaast is de inflatie in de Eurozone sterk gestegen in de afgelopen maanden. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van hogere energie- en olieprijzen. De ECB heeft de inflatieverwachtingen voor de Eurozone voor dit jaar iets verhoogd. Voor 2017 gaat de ECB nu uit van een inflatie van 1,7%.
De ECB zal net als de Fed zeer voorzichtig omgaan met het afbouwen van de stimuleringsmaatregelen. Er is de ECB alles aan gelegen om de rust op de financiële markten te bewaren. In de komende maanden zal Mario Draghi voorzichtig laten doorschemeren hoe en wanneer de ECB het stimuleringsbeleid zal afbouwen. Tot die tijd zullen de rentes in Europa laag blijven en het opkoopprogramma van de ECB gewoon doorgaan.