Het is prettig wanneer u over een mooi spaarpotje beschikt. Vanaf een bepaalde grens betaalt u over uw spaargeld vermogensbelasting. Omdat de spaarrente momenteel niet heel hoog is, is dat natuurlijk extra vervelend. Veel mensen vragen zich dan ook af: is het mogelijk om uw spaargeld niet op te geven aan de Belastingdienst?
In deze blog kijken we naar de regels die aan spaargeld verbonden zijn en hoe u kunt voorkomen dat u een hoge boete op de mat krijgt.
Spaargeld opgeven
Spaargeld moet altijd worden opgegeven aan de Belastingdienst. Het maakt niet uit of dat een heel groot of juist een heel klein bedrag is. De eerste € 57.000 is vrijgesteld van belasting. Wanneer u uw spaargeld opzettelijk verzwijgt aan de Belastingdienst, moet het verschuldigde bedrag alsnog betaald worden. Daarbovenop moet u dan een boete van 25% tot in het meest extreme geval zelfs 300% over de belasting die u nog verschuldigd bent betalen.
U moet dus te allen tijde uw spaargeld opgeven aan de Belastingdienst. In sommige situaties is het echter nog belangrijker om uw spaargeld op te geven. Dat leggen we zo verder uit. Ook bespreken we waar de hoogte van de boete vanaf hangt wanneer u uw spaargeld opzettelijk niet opgeeft.
Ook buitenlands spaargeld moet in alle gevallen worden opgegeven aan de Belastingdienst. Voor spaargeld in het buitenland gelden namelijk dezelfde regels als voor spaargeld in Nederland.
Waarom moet spaargeld altijd worden opgegeven?
De reden dat uw spaargeld moet worden opgegeven aan de Belastingdienst is simpelweg omdat deze zo een goed beeld krijgt van uw financiële situatie. Verder zijn er wel eens situaties waarin u met minder dan € 57.000 spaargeld al geen recht meer heeft op bepaalde toeslagen.
Een goed voorbeeld van zo’n situatie is de bijstand. Een alleenstaand persoon zonder kinderen mag slechts € 7.605 aan vermogen hebben wanneer hij of zij gebruik maakt van de bijstand. Met een gezin is het maximum € 15.210.
Wanneer diegene hier niet van op de hoogte is en het spaargeld niet wordt aangegeven, kan dat leiden tot hoge boetes.
Wanneer krijgt iemand een boete?
Wanneer iemand al dan niet opzettelijk vermogen verzwijgt aan de Belastingdienst, is de kans op een boete heel groot. Er zijn verschillende situaties waarin de Belastingdienst een boete mag geven.
Allereerst mag de Belastingdienst een boete geven wanneer u niet, of te laat om toezending van een aangifte vraagt. Ook wanneer u deze aangifte niet of niet op tijd indient, kunt u een boete verwachten. Daarnaast mag de Belastingdienst een boete opleggen wanneer uw aangifte onjuist of onvolledig is. Let daar dus ook op.
Met andere woorden: wanneer u uw spaargeld niet aan de Belastingdienst opgeeft, is het nagenoeg zeker dat u een boete ontvangt. Wanneer u uw spaargeld vergeet op te geven of niet zorgvuldig opgeeft, kan de Belastingdienst ervoor kiezen u te beboeten met een verzuimboete of een vergrijpboete.
Wanneer u niet op tijd vraagt om toezending van uw aangifte of wanneer u niet of niet op tijd aangifte van uw spaargeld doet, krijgt u een verzuimboete. Niet op tijd betekent:
- Voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting binnen zes maanden na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan
- Voor de erfbelasting binnen acht maanden na het overlijden
- Voor de schenkbelasting binnen twee maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden
Er is wel nog een coulanceperiode, u krijgt namelijk geen boete wanneer u binnen twee weken na deze termijnen om een aangifte vraagt. De hoogte van de boete verschilt per situatie.
U krijgt een vergrijpboete wanneer u uw spaargeld opzettelijk niet, onjuist of onvolledig heeft opgegeven. Wanneer u een te lage aanslag indient, kan de Belastingdienst u een vergrijpboete opleggen bij een navorderingsaanslag. De hoogte van deze boete is gebaseerd op het bedrag dat u had moeten betalen.
Hoe hoog kunnen de boetes zijn?
Een verzuimboete is minder ernstig dan een vergrijpboete. Daarom verschillen de twee ook in hoogte. Daarnaast hangt de hoogte af van de situatie en de ernst van wat u (niet) heeft gedaan. Ook is de hoogte afhankelijk van of er sprake is van opzet of grove schuld.
De hoogte van verzuimboetes
De verzuimboete wanneer u niet of niet op tijd verzoekt om toezending van een aangifte bedraagt € 2.757.
Wanneer u niet of niet op tijd aangifte doet voor inkomsten-, erf- of schenkbelasting, bedraagt de boete € 385. Wanneer u vaker verzuimt, kan deze oplopen tot € 5.514.
De verzuimboete voor vennootschapsbelasting wanneer u niet of niet op tijd aangifte doet, is € 2.757. Deze boete loopt ook op tot € 5.514 wanneer u meerdere jaren achtereen verzuimt aangifte te doen.
De hoogte van vergrijpboetes
Verzuimboetes zijn vaak gekoppeld aan een vast bedrag. Bij vergrijpboetes is dat net even anders geregeld. Deze boetes worden namelijk berekend als een percentage van uw belastingschuld. Dit kan ertoe leiden dat deze boetes een stuk hoger uitpakken.
Deze boetes komen bovenop het bedrag dat u nog had openstaan. U moet uw achterstallige belastingschuld ook betalen wanneer u zo’n boete krijgt.
Het is, zoals eerder al benoemd, allereerst van belang of er sprake is van opzet of van grove schuld. Bij opzet bedraagt de boete 50% van de belasting die u opzettelijk heeft verzwegen. Bij grove schuld bedraagt de boete 25%.
Wanneer u opzettelijk inkomen uit sparen of beleggen niet of onjuist heeft aangegeven (box 3 inkomen), dan bedraagt de boete 150% van de belasting die u opzettelijk heeft verzwegen. Is er sprake van grove schuld dan is dat 75%.
De hoogte van de boete kan afwijken, zo zijn er omstandigheden om de boete te verhogen of te verlagen. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van recidive of fraude, wordt de boete 100%. Bij inkomen uit sparen of beleggen wordt de boete zelfs verhoogd naar 300% van uw belastingschuld.
Kan ik bezwaar indienen tegen een boete?
U kunt bezwaar indienen tegen een boete van de Belastingdienst. Wanneer u bezwaar maakt tegen de boete dan stuurt u een brief waarin u bezwaar maakt. Doe dit uiterlijk zes weken na ontvangst van de boete.
Wanneer u ook bezwaar maakt tegen de aanslag dan kunt u dit online regelen via de Belastingdienst. Ook dit kan tot uiterlijk zes weken na ontvangst van de boete.
Hoe kan ik een boete voorkomen?
Het voorkomen van een boete van de Belastingdienst is heel simpel. U hoeft er namelijk alleen maar voor te zorgen dat u op tijd aangifte doet van uw verschuldigde belastingen.
Waarschijnlijk wordt u voor de jaarlijkse belastingaangifte wel herinnerd via de reclame op radio en televisie. Misschien herinnert u zich de leus ‘leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ nog. Dit was van 1993 tot 2019 de slogan van de Nederlandse Belastingdienst. De aangifte voor erf- of schenkbelasting moet u zelf in de gaten houden en aanvragen.
Als u al aangifte heeft gedaan, maar de informatie is onjuist of onvolledig, dan krijgt u niet direct een boete. Zolang u uw aangifte op tijd verbetert via de zogenaamde inkeerregeling, is er niets aan de hand.
Hoe maak ik gebruik van de inkeerregeling?
Wanneer u al dan niet per ongeluk uw belastingaangifte niet of niet juist heeft gedaan, kunt u dit alsnog aangeven bij de Belastingdienst. U moet dan alsnog de belasting die u verschuldigd bent betalen, maar de boete valt meestal lager uit of komt zelfs te vervallen.
De inkeerregeling zou ervoor moeten zorgen dat meer mensen hun spaargeld aangeven bij de Belastingdienst. De Belastingdienst claimt dat de pakkans op belastingontduiking steeds groter wordt, dus dit zou een win-win situatie moeten zijn.
Gebruik maken van de inkeerregeling kan alleen wanneer de Belastingdienst er nog niet van op de hoogte is dat u nog belasting verschuldigd bent. Wanneer de Belastingdienst u heeft laten weten dat er een onderzoek loopt, dan kunt u een hoge boete verwachten.