In het 1e kwartaal van 2020 zorgde het coronavirus voor een ongekend snelle beursval. Overheden en centrale banken schoten te hulp en wisten het tij op de beurzen eind maart te keren. Dit herstel zette in het 2e kwartaal door, waarbij de beurzen voor een groot deel zijn hersteld van de koersdaling in maart.
Beleggersvertrouwen keert terug
Tegen het einde van het eerste kwartaal werd de koersval een halt toegeroepen door het grootschalig ingrijpen van overheden en centrale banken. Beleggers beseften dat beurskoersen te ver omlaag waren doorgeschoten. Sterke beursdalingen worden vaak gevolgd door sterke stijgingen; dit gebeurde ook in de periode na 23 maart, toen het laagste punt in de koers werd bereikt.
Positief beleggerssentiment
Tijdens het tweede kwartaal werd het beurssentiment steeds positiever. Meer landen slaagden erin om het aantal besmettingen omlaag te brengen. Minder besmettingen leidden tot verspoepeling van de maatregelen, waardoor veel economieën geleidelijk aan werden heropend. Tussentijds zorgde een potentieel gebrek voor de opslag van olie nog voor de nodige onrust, maar de algehele trend was duidelijk opwaarts.
Beleggers durfden hun blik in het 2e kwartaal weer te verleggen naar de langere termijn, voorbij de economische recessie. Dit verklaart waarom beurzen – ondanks slechte economische cijfers – positief hebben gerendeerd in het 2e kwartaal. In onze vooruitblik kunt u lezen hoe wij de komende periode tegemoet zien.
Resultaten beleggingsportefeuilles tweede kwartaal
De resultaten over het 2e kwartaal staan in schril contrast met het 1e kwartaal. Over de maanden april t/m juni was het resultaat van alle beleggingscategorieën positief.
Aandelen behaalden een rendement van bijna 14%. Het rendement van staatsobligaties was dit kwartaal +2,0%. Bedrijfsobligaties noteerden een rendement van +5,3%. Obligaties uit opkomende landen behaalden een rendement van 7%.