Skip to main content
Open een rekening

De populariteit van indexbeleggen is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. Sinds de introductie van de eerste fondsen in 1993 is indexbeleggen een van de snelst groeiende trends van de afgelopen decennia. Steeds meer beleggers en vermogensbeheerders kiezen voor indexbeleggen, ten koste van actief beleggen.

Wat is actief beleggen of indexbeleggen?

De actieve belegger gaat er vanuit dat hij in staat is om vooraf de beste beleggingen te selecteren, zodat hij – na aftrek van kosten – een beter rendement behaalt dan het marktgemiddelde. Het marktgemiddelde wordt weerspiegeld door een bepaalde beursindex zoals de AEX Index voor Nederlandse aandelen of de S&P 500 Index voor Amerikaanse aandelen. Er zijn verschillende strategieën bij actief beleggen. Veel gebruikte strategieën zijn het selecteren beleggingsfondsen, het selecteren van de betere aandelen, regio, sector of beleggingsstijl en het zogenaamde ‘timen’ van de markt door gunstige in- en uitstapmomenten te kiezen.

De indexbelegger gaat er vanuit dat markten efficiënt zijn en dat het op lange termijn niet mogelijk is om de markt te verslaan. Hij kiest er daarom voor om het rendement van een bepaalde beursindex zo nauwkeurig mogelijk te volgen. Omdat een indexbelegger zelf geen actieve beleggingsbeslissingen neemt zoals een actieve belegger, wordt indexbeleggen ook vaak passief beleggen genoemd.

Verschillen

Een belangrijk verschil tussen actief beleggen en indexbeleggen zijn de kosten. Voor een belegger zijn de totale kosten van indexbeleggen in het algemeen lager dan de totale kosten van actief beleggen. Om de juiste beleggingen te selecteren, moeten actieve fondsmanagers uitgebreide en vaak kostbare research verrichten. Vaak worden meer transacties verricht dan bij een passieve strategie.

Het structureel verslaan van het marktgemiddelde is moeilijk. Het verslaan van het gemiddelde is een zogenaamde ‘zero-sum-game’. Voor elke winnende belegger moet er namelijk een verliezende belegger zijn. Aangezien de index de maatstaf is voor het gemiddelde rendement voor alle beleggers, kun je stellen dat – vóór aftrek van kosten – circa 50% van alle beleggers een hoger rendement behaalt dan de index. De andere helft heeft een lager rendement. Wanneer vervolgens de kosten worden verrekend, valt het deel af dat net beter dan de index heeft  gescoord. Wetenschappelijk is aangetoond dat op middellange en lange termijn slechts 20% van de actieve fondsmanagers de index weet te verslaan. De hoge kosten zijn de belangrijkste reden dat het voor een actieve belegger moeilijk is om hogere rendementen te halen dan de index.

Een indexbelegger zal de index niet verslaan. Na aftrek van de lage kosten, scoort deze manager wel beter dan het grootste  gedeelte van de actieve managers.

Ten slotte zijn indexbeleggingen transparant en goed verhandelbaar. Omdat altijd in dezelfde samenstelling wordt belegd als die van een beursindex, weet een belegger altijd exact waar hij in belegt. Daarnaast zijn veel indexbeleggingen met een kleine spread tussen bied- en laatprijs doorlopend verhandelbaar tijdens openingsuren van de beurs, terwijl beleggingsfondsen eenmaal per dag verhandelbaar zijn.